Zie hieronder een interessant stuk van het NRC over Arbeidsongeschiktheid voor ZZPérs. Ik krijg deze vraag vaak. Ook over de vergelijking met een broodfonds Ik maak graag een kosteloze onafhankelijke vergelijking van alle partijen.

Pensioenakkoord Zzp’ers moeten zich straks verplicht verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Kunnen ze dat betalen?

225 euro per maand. Dat is wat de 42-jarige Jessica Harmens maandelijks zou betalen aan premies voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering. „In een goede maand verdien ik 2.500 euro netto, maar er zitten maanden bij dat ik niet meer dan 1.500 euro binnenkrijg”, vertelt de Beverwijkse.

Harmens geeft als zzp’er zangles en laat zich daarnaast inhuren als theaterdocent bij scholen. „Als ik naast mijn ziektekostenverzekering en aansprakelijkheidsverzekering ook nog een arbeidsongeschiktheidsverzekering van mijn inkomen moet afhalen, houd ik misschien een tientje over.”

Veel ondernemers met een eenmanszaak, zoals Harmens, schrokken afgelopen woensdag toen ze het pensioenakkoord zagen. De ongeveer 1,1 miljoen zzp’ers die in Nederland werken, krijgen geen wettelijke pensioenplicht. Wel zouden ze in het nieuwe stelsel een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) af moeten sluiten. Zzp’ers maken zich nu zorgen of ze de premies daarvoor wel kunnen betalen. In 2016 had ‘slechts’ een op de vijf zzp’ers een AOV, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

De hoogte van de premie is een van de voornaamste redenen voor zelfstandigen om geen verzekering af te sluiten. Die kosten kunnen hoog uitvallen. Voor werknemers wordt een deel ervan nog gedragen door de werkgever, de zzp’er betaalt alles zelf. En wie een risicovolle beroep uitoefent, betaalt verhoudingsgewijs nog meer. Zelfstandige stratenmakers en schilders betalen meer dan journalisten of consultants, omdat de kans groter is dat zij op hun werk ongelukken krijgen.

Financiële buffer

Bij de 51-jarige schipper Peter Baerts is verzekeren helemaal lastig. Al zeven jaar vaart de Edammer over de Amsterdamse grachten met oude trekschuiten. „En ik verzorg zeilreisjes op zee.” Dat werk doet hij als zelfstandige. „Schipper is een gevaarlijk beroep. Maar ik kan niet eens een verzekering afsluiten als ik dat zou willen. Ik ben te oud en daarnaast ben ik tien jaar geleden geopereerd voor een hernia. Tijdens mijn werk is de kans groot dat ik last krijg van mijn rug.”

Baerts heeft een financiële buffer opgebouwd voor het geval hij langdurig uitvalt. „Maar collega’s hebben dat niet. Verzekeringen sluiten hen gewoon uit. Waar moeten zij straks naartoe?”

Monique Kremer, bijzonder hoogleraar actief burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam, snapt de zorgen van de zzp’ers. Ze doet onderzoek naar de toekomst van werk. „In de markt is het heel moeilijk om een goede verzekering te krijgen.”

Kremer denkt dat de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers beter overgeheveld kan worden naar de staat. Van 1998 tot 2004 was dit al zo. Toen gaf de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandig ondernemers het recht op een uitkering door het UWV.

Geen vangnet

In het pensioenakkoord staat wel dat nog gekeken moet worden of er uitzonderingen moeten komen op de verplichte AOV voor zzp’ers. Het kabinet heeft de sociale partners gevraagd komend jaar te adviseren hoe de regeling er precies uit moet zien.

Minister Koolmees (Sociale Zaken, D66) benadrukt dat in sommige sectoren, zoals de agrarische, „al sprake is van beter passende arrangementen”. Zelfstandige boeren en veehouders kunnen bijvoorbeeld lid worden van agrarische coöperaties die ‘bedrijfsverzorging’ leveren.

Lees meer over wat het pensioenakkoord voor jou en de mensen om je heen betekent

Freelance personeelsadviseur en vertaler Lisette Heikens (63) hekelt vooral het verplichte aspect van de verzekering. „Er is zo’n diversiteit aan zzp’ers. Die kun je niet allemaal op één hoop gooien”, meent ze. „Ik kan een dwarslaesie krijgen en dan kan ik nog steeds advies geven. De kans dat ik arbeidsongeschikt raak tijdens mijn werk is bovendien bijzonder klein.”

In de dertien jaar dat ze werkt als zzp’er, heeft Heikens „nooit overwogen” om een arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten. „Als er iets fout gaat, moet ik op reserves teren. Het is een risico maar dit hoort bij het ondernemerschap”, meent Heikens.

Boekhouder Bianca van der Zwet ziet in haar praktijk veel zelfstandigen die geen AOV hebben. „Ik denk dat maar zo’n 35 procent van mijn klanten er wel één heeft afgesloten. Veel van hen denken dat ze, als ze ziek zijn, iemand wel tijdelijk kunnen laten invallen. Ze staan er niet bij stil wat er gebeurt als je langere tijd niet kan werken.” Onverstandig, vindt Van der Zwet. „Je hebt dan gewoon geen vangnet.”

Broodfonds

Zelfstandig masseur Desiree Rosier (55) heeft gepoogd zelf zo’n vangnet te creëren. Ze sloot zich aan bij een zogenoemd ‘broodfonds’ in haar woonplaats Leiden. Zelfstandigen kunnen zich hierin verenigen door maandelijks een bedrag over te maken naar een eigen broodfondsrekening. Dit geld op hun rekening blijft van henzelf, er gaat alleen geld af als iemand in het broodfonds arbeidsongeschikt wordt. Broodfondsen betalen vaak echter maar twee jaar uit. Bij een AOV krijg je in principe tot aan de AOW-leeftijd uitbetaald, uitzonderingen daargelaten.

Toch is Rosier blij met het broodfonds. „Ik zie het zelf als een verzekering.” Rossier stopte zeven jaar geleden met haar vaste baan om zich volledig toe te leggen op de massagepraktijk. „Dat ging heel goed. Tot ik twee jaar geleden door een combinatie van aandoeningen last kreeg van mijn linkerduim.” Onhandig voor iemand die dagelijks haar vingers moet gebruiken bij het werk. „Na de operatie kon ik twee maanden niet masseren.” Met hulp van het broodfonds kon ze al die tijd de rekeningen betalen.

Maar wat als ze een keer langer uit de running is? „Dan kan ik altijd nog bij een telemarketingbedrijf werken. Die hebben altijd vacatures.”

Correctie (8 juni 2019): In een eerdere versie van dit stuk stond dat Broodfondsen vaak maar een jaar betalen. Dat moet twee jaar zijn. Ook stond er dat deelnemers van broodfondsen geld overmaken naar een gezamenlijke rekening. Het gaat echter om hun eigen rekening. Beide fouten zijn aangepast.

Bron nrc 06-07-2019